Bomen spelen een belangrijke rol in de klimaatopgaven van steden. Ze koelen de stad, slaan CO2 op en dragen zo bij aan leefbare stad. Door het steeds intensiever gebruik van de ondergrond is ruimte schaars. Door het combineren van functies worden bomen steeds vaker in een verharde omgeving geplant. En in veel gevallen wordt de groeiplaats ook nog eens door verkeer belast. Dit stelt enorme hoge eisen aan de groeiplaats. Het gebruik van bomengranulaten, een steenachtig mengsel waar bomen in kunnen groeien, is een van de oplossingen. De laatste jaren neemt het aanbod in verschillende bomengranulaten toe. Maar hoe effectief zijn de verschillende groeimengsels? Als ze zwaar kunnen worden belast groeien de bomen er dan nog goed in? De gemeente Amsterdam onderzoekt samen met de Intergemeentelijke Studiegroep voor Bomen de werking van de verschillende bomengranulaten in een grootschalige, vijfjarige Bomengroeiproef. In aansluiting hierop wordt onderzoek bij gemeenten gedaan naar bomengranulaten in de praktijk.
Een goede ondergrond zorgt voor een gezond bodemleven. Bodemleven is een cruciaal onderdeel van de ecologische kringloop. Zonder gezond bodemleven, kunnen bomen ook niet gezond uitgroeien.
Lees artikelOm voor bomen in de stad groeiplaatsen mogelijk te maken onder belaste ondergronden, werd granulaat ontwikkeld. Granulaat is een mengsel van stenig materiaal en voeding om bodemverdichting te voorkomen. De stenige delen zorgen voor een skelet dat bodemverdichting moet voorkomen en voldoende ruimte biedt voor wortels om tussendoor te groeien. Als er auto’s overheen rijden, vangt het skelet de druk op. Granulaat is er in vele vormen en afmetingen
Lees artikelMeestal zijn er geen problemen, maar soms groeien bomen slecht of veroorzaken ze wortelopdruk. Waaraan ligt dat? Aan de samenstelling van het groeimedium, de manier waarop het is toegepast of de omstandigheden waarop het is opgeslagen of aangebracht? Het antwoord is niet pasklaar waardoor het lastig te bepalen is welk groeimedium in welke omstandigheden gekozen moet worden.
Op de proeflocatie wordt 5 jaar lang onderzocht hoe de iepen zich ontwikkelen. Dit gebeurt door foto’s te maken en te meten op de volgende onderdelen:
- Stamdiameter
- Conditie
- Bladkleur
- Bladnecrose
- Bodemgas
- Vochtpercentage
- Temperatuur en neerslag
- Grondwaterpeil t.o.v. maaiveld
De resultaten van de metingen worden bijgehouden op het dashboard.